Menu
Stichting Erfgoed Ede
Verhalen
 
 


De Radiokrant - Lunteren's eigen illegale blad


Emanuel de Metz, alias van Thijn, en zijn Radio-Krant

In het boek “Ede 1940-1945” schrijft de auteur, de heer Plekkringa, ook over de illegale pers in Ede. Hij eindigt dat hoofdstukje met: “Over het illegale blad dat in Lunteren werd uitgegeven hebben wij helaas geen bijzonderheden kunnen achterhalen”

Tijdens een gesprek met Herman van de Kaa, die in de oorlog actief was in het verzet, en die veel weet over het oude Lunteren, kwam die onbekende illegale krant ook aan de orde.Waarop Herman in zijn archief dook, en mij enige originele exemplaren toonde van “De Radiokrant”. Gestencild, op dundrukpapier.

Onlangs kreeg ik van Herman fotokopieën van zijn exemplaren van die Radiokrant.
Reden om er toch eens wat dieper in te duiken. Maar het had geen haast, en er lag ook nog wel wat ander onderzoek te wachten.

En toen kreeg ik van Simon van de Pol het boek “Metamorfosen” te leen. Dit boek is in kleine (orivé-)oplage verschenen, en Simon had het laatste exemplaar gekregen van een zoon van de auteur. Diens vader was Marcel Hertz die zich, eenmaal in Israel wonend, Moshe Harel noemde. Hij had in de oorlog in Bennekom ondergedoken gezeten, en noemde zich toen Rinus.. Hij had daar ook zijn latere echtgenote “Didi” Roos ontmoet. De ouders van Simon waren zeer actief in het verzet, en de band met Marcel c.q. Moshe (en hun wederzijdse kinderen) is altijd in stand gebleven.

Met name Didi Roos, die als koerierster van Wildeboer (commandant van het Edese verzet) veel mensen kende, heeft zich na haar arrestatie door de SD en de daaropvolgende verhoren op de “SD-Aussenstelle” de Wormshoef in Lunteren heldhaftig gedragen, door ondanks zware martelingen te zwijgen.

Ik kreeg het boek van Simon ter leen, om er een e-book van te maken voor de vereniging Oud Ede. Het boek zelf zal worden opgenomen in de bibliotheek van de vereniging Oud Ede, maar daaruit kunnen geen boeken geleend worden Eigenlijk best vreeemd, zeker aan leden zou de vereniging best boeken kunnen uitlenen, maar goed. Er is een e-book beschikbaar via www.oudede.nl.

Zo'n boek léés je natuurlijk ook. Er stond veel, mij onbekende, informatie in. Onder andere, en het boek is dan gevorderd tot begin 1945:

“Februari was wat ondergrondse acties betreft een stille maand. Behalve verspreiding van de illegale krant (“De Eendracht”- J.K.) en van tijd tot tijd wapenoefeningen of het doorgeven van een boodschap is er niet veel te doen. Er komt nog een ilegaal krantje bij – een gestencild blaadje, dat verzorgd wordt door Emanuel van Thijn, een joodse onderduiker die op zijn onderduikadres de Engelse radio afluistert, de berichten uittypt en vermenigvuldigt. Het blaadje wordt alleen in Lunteren verspreid, maar zo weten we beter wat er gaande is”.

Bij het Nederland Instituut voor Oorlogsdocumentatie vond ik meer dan 160 uitgaven van die “De Radiokrant” uit Lunteren. En het als laatste editie verschenen exemplaar van 18 mei 1945 is, als enige, ondertekend. Niet door Emanuel van Thijn, maar door Emanuel de Metz.

Deze laatste editie behelst alleen de opheffing van “De Radiokrant”. Die opheffing was op bevel van “den commandant der N.B.S”, (Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten, het voormalig verzet). Die commandant was, zoals boven al genoemd, Wildeboer. Want het uitgeven van een blad behoorde, zo zou gezegd zijn, niet tot de taak van de N.B.S.

kop


De kop van het laatste nummer van De Radiokrant d.d.18 mei 1945

Weliswaar was eerder van de zijde der N.B.S. gezegd dat er één groot streekblad in de regio zou verschijnen, waarvoor de Metz ook was gevraagd, maar daar was niets van gekomen.

Speciaal bedankt wordt de familie Stuyvenberg van de Dorpsstraat 82, die “uw redacteur met zijn radiotoestel gastvrij in huis durfde opnemen toen hij na weken zoeken nergens een plaatsje kon krijgen”.

Ook schrijft Emanuel: “Verder danken wij de heer Heiwegen, Scharrenburgersteeg, die alsof het de gewoonste zaak ter wereld was zijn kippenhok afatond voor werkadres, en de families Molenaar, Scharrenburgersteeg, Spelt, Bisschopsweg en Hendriksen, Meulunteren voor de gastvrije tijden die wij ook bij hen mochten doorbrengen”.

Het Lunterse illegale blad “De Radiokrant” werd dus verzorgd door Emanuel de Metz, die zich in tijdens zijn onderduikperiode Emanuel van Thijn noemde. Emanuel
de Metz, de naam verraadt het al, was joods. Of een pseudoniem als Emanuel van Thijn, dat eveneens een duidelijk joodse signatuur draagt, wel zo goed gekozen was is natuurlijk de vraag.

De geschiedenis van Emanuel de Metz is, tot aan het eind van zijn verblijf in Lunteren als onderduiker, goed te reconstrueren. Helaas, moeten we misschien toevoegen, want zijn verhaal is voor het grootste deel alleen te vertellen omdat zijn ouders en beide broers slachtoffer werden van de Holocaust, en daarom opgenomen zijn in het digitale Joods Monument.

Zijn vader, Benedictus de Metz, was in 1878 in Leeuwarden geboren. Hij was getrouwd met Saartje Veldman. Zij kwam uit Haskerland en daar werd ook, 1n 1905, hun oudste zoon Eliazar geboren.

Benedictus was rabbijn, godsdienstleraar. In 1907 verhuist het gezin naar Borne, waar het rabbinaat vacant was geworden. In 1908 wordt hun tweede zoon Emanuel geboren, en in 1912 hun derde, Mozes.

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was de oudste zoon, Eliazar apotheker in Leiden, al vanaf 1934. De jongste zoon, Mozes, was assistent-account en woonde nog bij zijn ouders.

Het “Achterhoeks Museum 1940-1945”, een particulier museum (inmiddels gesloten) bezit het originele persoonsbewijs van de middelste zoon, Emanuel.

Op de website van het museum wordt een “leskist” besproken, en daarbij wordt het persoonbewijs van de middelste zoon, Emanuel, genoemd. Jean Kreunen, eigenaar van de collectie van het museum, was zo vriendelijk voor dit artikel een scan daarvan ter beschikking te stellen.

emanuel

Dit persoonsbewijs is afgegeven in Zutphen, op 24 september 1941, Het adres van Emanuel was Boompjeswal 10. Hij woonde daar met zijn vrouw Dina en hun zoon Benedictus Isac, roepnaam Dic
Emanuel was accountant annex leraar handelswetenschappen. Zijn schoonmoeder woonde bij hem in.

Op 11 november 1942 wordt zijn adres Kuiperstraat 37, eveneens in Zutphen. Dat was het adres van zijn ouders die daar samen met zijn broer Mozes en zijn vrouw Eveline woonden.

De echtgenote van Emanuel, Dina de Metz-Levison is, evenals zijn ouders, en zijn broer en diens vrouw, door de Duitsers opgepakt. Ook zijn oudere broer, Eliazar, evenals zijn vrouw Amalia is in Leiden opgepakt. Allen zijn in Sobibor omgekomen.

Emanuel echter ontsprong de dans. Want zijn persoonsbewijs was op acht october 1942 in Amsterdam voorzien van een stempel: “Inhaber dieses Ausweises ist bis auf weiteres vom Arbeitseinsatz freigestelt”. Omdat zijn persoonsbewijs ook gestempeld was met de beruchte “J” betekende dit dat deze vrijstelling (“Sperre”) voor de Duitsers, althans voorlopig, nut had. En dat vinden we ook in het persoonsbewijs. Want het beroep van Emanuel is daarin doorgestreept, en vervangen door “Medewerker Joodsche Raad”.

Zoon Dic zou de oorlog, net als zijn vader Emanuel, als onderduiker overleven. Maar bij het schrijven van dit artikel was ik er niet in geslaagd informatie over hem te vinden. Zie echter de aanvulling aan het einde.

Enigzins raadselachtig lijkt, op het eerste gezicht, dat Emanuel op 24 februari verhuisd is naar Tugelaweg 139 II in Amsterdam. Daar woonde Aron de Metz met zijn vrouw. Aron was al in 1941 in Mauthausen omgekomen. Dat hij naar Mauthausen was gebracht kan er op wijzen dat hij een “strafgeval” was. Maar de moordmachines van de Duitsers in o.a Auschwitz en Sobibor waren toen ook nog niet gereed. De echtgenote van Aron heeft de oorlog overleefd.

Aron was familie van Emanuel, Emanuel trok in februari dus, komende uit Zutphen, in bij de weduwe van Aron. De verklaring hiervoor is dat de Joodsche Raad in elke gemeente “vertrouwensmannen” aan moest wijzen. Emanuel zal dan in Zutphen zo'n vertrouwensman geworden zijn, en verkreeg daardoor het zo zeer begeerde vrijstellings-stempel. Ook Dina was, als echtegenote, "gesperrt".

Echter, vrij snel gingen de Duitsers er toe over deze stempels voor buiten Amsterdam wonende Joden ongeldig te verklaren, en dat zal de reden zijn geweest dat Emanuel en Dina naar Amsterdam vertrokken. Want daar was hun “Sperre” nog wel geldig. Bovendien moesten alle joden naar Amsterdam verhuizen, ook als ze een "Sperre" hadden.

Die "Sperre", die beschermde tegen deportatie, bleef voorlopig van kracht. Maar niet voor lang. In mei 1943 moest de Joodsche Raad in opdracht van de Duitsers het aantal vrijstellingen reduceren tot 7000. En zal ook de “Sperre” van Emanuel opgeheven zijn, per saldo kwam hij van buiten Amsterdam. Toen restte hem, met vrouw en kind, alleen de onderduik.

Via de arts Leo Verberne is dat voor Emanuel gelukt. Dr. Verberne  was zeer actief in het verzet, en heeft heel veel Joden geholpen de oorlog te overleven. Joodse kinderen waren meestal goed te plaatsen, maar oudere Joden veel moeilijker. Toch lukte het dr. Verberne om, in juli 1943, een plek voor Emanuel te vinden bij de al op leeftijd zijnde Thy en Marie Jansen in Brabant, in het dorpje Neerkant.

Dina bleef kenneijk in Amsterdam wonen. Athans, haar dossier uit Westerbork noemt als laatste adres Tugelaweg 139-II in Amsterdam

dina


Dina de Metz-Levison

Als gevolg van verraad moest Emanuel in juni 1944 Neerkant verlaten, hij vond vervolgens onderdak in Arnhem. Na de “Slag om Arnhem” moest de stad op last van de Duitsers geëvacuëerd worden. Ook onderduikers hadden toen geen keus. Zo zal Emanuel, eind september, begin october 1944, in Lunteren zijn beland. Bij Stuyvenberg, aan de Dorpsstraat.

Om daar vervolgens Lunterens eigen illegale krant te gaan uitgeven, de hierboven aangehaalde “Radiokrant”.

Op 7 mei roept van Thijn, nu onder zijn eigen naaam, de lezers op hem oude exemplaren te bezorgen. Of het dezelfde verzameling is weten we niet, maar het N.I.O.D. bezit, zoals hierboven aangehaald, een collectie van 160 exemplaren, van de Radio-Krant uit Lunteren, verschenen tussen maart en mei 1945.

Het laatste nummer van de Radiokrant verscheen op 18 mei 1945. Met als inleidende tekst: “Op bevel van den commandant (Wildeboer -JK) der N.B.S. (de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten -JK) moeten wij de uitgave van ons blad vanaf heden stop zetten. De N.B.S. is van mening dat het doen uitgeven van een blad niet tot haar taak behoort”.
Zo kwam er dus een einde aan het bestaan van “De Radiokrant” uit Lunteren.

In Neerkant had Emanuel de Amsterdamse onderduikster Kitty Granaat leren kennen. Zij was een patiënte van dr. Verberne. Emanuel de Metz is in 1946 hertrouwd met Kitty. En begon een nieuw leven. Zoals hij ook bedoelde aan het eind van de laatste Radio-Krant van 18 mei 1945:

Jan Kijlstra
20-01-2016

AANVULLING:  in 2017 werd ik gebeld door Dic de Metz, de hierboven genoemde zoon van Dina en Emanuel. Hij had het verhaal over de Radiokarant op het internet gevonden. Dic zat vanf september 1942 ondergedoken bij de familie Schutte in Dieren. Zij hadden een winkel tegenover de Gazelle fietsenfabriek, De naam was ALKO, dat stond voor Alles is te koop. Dic vertelde dat hij op een gegeven moment bij een Duitser op schoot zat, in de keuken, waar zijn "moeder" wat moest koken voor die Duitser en een paar kornuiten. Zodra het "bezoek" vertrokken was werd Dic een paar huizen verderop gebracht, En dat was maar goed ook, want de Duitsers kwamen terug, ze wilden dat jongetje toch nog wel even zien.....

Dic was, als klein jongetje, niet moeilijk plaatsbaar bij een gastgezin. Want het echtpaar Schutte was kinderloos, en hij werd liefdevol ontvangen. Hij schijnt, zo schreef hij, dan ook "een aardig kereltje te zijn geweest".

Na de oorlog is Dic bij zijn vader en stiefmoeder Kitty Granaat gaan wonen. Hij vertelde mij dat hij het verhaal van zijn moeder niet kende, want er werd thuis nooit over de oorlog gesproken. Dat hij dit Radiokrant-verhaal op het internet tegenkwam was voor hem dan ook bijzonder, en reden om mij te bellen.

Dic is één van die joodse kinderen die de oorlog konden overleven omdat zijn ouders het gevaar tijdig onderkenden, èn in staat waren een onderduik voor hun kind te regelen. Hetgeen ook impliceerde dat afscheid genomen moest worden, waarbij niemand wist of ouders en kind elkaar ooit zouden terugzien.,

 Van Dic kreeg ik ook kopieën van een tweetal documenten over zijn moeder. Het eerste is het zogeheten "Stamdossier", de registratie in Amsterdam. . Hierop staat ermeld dat zij op 5 juli 1943 van Amsterdam naar Westerbork isgebracht, en op 6 juli is gedeporteerd naar Sobibor. Een zekere dood tegemoet, 

dossier amsterdam

Het tweede document is de registratiekaart uit Westerrbork. Haar oorspronkelijke adres was Boomjeswal (Boompjeswal) 10 in Zutphen, daar is met de pen Tugellaweg 137 in Amsterdam van gemaakt. Na het vertrek uit Zutphen waren Emanuel en Dina ingetrokken bij hun schoonzuster, op Tugelaweg 139 II. Toen de "Sperre" verviel moestne de bewoners van Tugelaweg 139 II onderduiken. Kennelijk vond Dina een plek op nummer 137, en is zij daar opgepakt. 

westerbork


ID-nr: 133 - Bron: www.erfgoedede.nl
Aanvullingen / verbeteringen / opmerkingen?
Stuur een mailtje met vermelding van ID-nr: 133.