Menu
Stichting Erfgoed Ede
Verhalen
 
 


Nieuwe klokken voor de Oude Kerk van Ede


DE KLOKKEN VAN DE OUDE KERK

Op 18 januari 1943 werden in Ede, evenals in vele andere plaatsen, op last van de bezetters de drie grote klokken uit de toren gehaald, tot machteloze woede van de Edenaren. Eeuwen lang hadden zij lief en leed aan de bevolking bekend gemaakt; zij riepen de gelovigen naar de kerk, kondigden overlijden en begrafenissen aan, lieten sombere klanken horen bij brand of blijde tonen op feestdagen, en nu was de toren stom geworden.

Na de bevrijding werd een onderzoek ingesteld naar de geroofde klokken, echter zonder resultaat. Men ging allerminst bij de pakken neerzitten. Hoewel de omstandigheden nog allerminst rooskleurig waren werd het z.g. "torencomité" opgericht, bestaande uit de heren J Versteeg, voorzitter; T. Dekker, secretaris, en Van den Top, Weyland en Werner. In samenwerking met het gemeentebestuur zouden genoemde heren er voor zorgen dat de aloude toren haar klanken weer kon uitbeieren. Een inzameling onder de bevolking bracht de nodige contanten bijeen en tijdens een vergadering van het comité op 22 maart 1949 gaf de heer Versteeg een overzicht van de stand dor zaken.

Er was aan de firma Petit en Fritsen te Aarle-Rixtel opdracht gegeven tot het vervaardigen van drie klokken. terwijl de Iïrrna Eysbouts uit Asten het elektrisch uurwerk en wijzerplaten voor haar rekening zou nemen. De opleveringstermijnt was gesteld op half april, maar door een niet nader aangegeven stagnatie zouden de klokken ongeveer twee maanden later gereed komen. Deshalve werd de overdracht aan het gemeentebestuur vastgesteld op zaterdagavond, 18 juni 1949. Helaas bleek toen de zaak nog niet rond; de grootste klok vertoonde scheuren en moest opnieuw worden gegoten, maar men wilde de ingebruikneming niet langer uitstellen. Duizenden mensen waren die avond naar de markt gekomen; het geroezemoes verstomde toen om kwart over acht de twee klokken begonnen te luiden.

Iedereen luisterde stil en ontroerd· naar de vertrouwde klanken, die na zes jaar afwezigheid over ons dorp werden uitgebeierd. Om half negen opende "De Harmonie" de plechtigheid met het spelen van ons volkslled, waarna de heer Versteeg het woord nam. Deze dankte een ieder voor de betoonde medewerking en offervaardigheidn waardoor het comité haar werkzaamheden tot een goed einde had kunnen brengen. "Onze aloude toren is weer in zijn vroegere luister hersteld", meende de spreker en bood namens de burger1j klokken, uurwerk en wijzerplaten aan burgemeester Boot aan. Deze haalde in zijn toespraak de dichter Schiller aan die, doelend op het klokgelui, schreef: "De levenden roep ik; de doden beklaag ik en de bliksem breek ik." Hij noemde het tot stand komen van dit geheel een prachtig staaltje van burgerzin en stelde vast dat deze dag iedere Edenaar lang in het geheugen zou blijven.

Daarna zong de chr. gcm. zangvereniging "Excelsior", in vroeger jaren evenals "De Harmonie" onmisbaar bij plaatsehjke gebeurtenissen, "Het lied van de klok" en besloot het muziekkorps de plechtigheid met het spelen van "Dankt, dankt nu allen God". Inmiddels was het schemer geworden en plotseling flitsten de verlichte wijzerplaten aan, die in het donker duidelijk de tijd aangaven. Het lag in de bedoeling dat nu het "torencornité" zou worden ontbonden, maar men besloot na deze geslaagde actie nog enige tijd door te gaan teneinde te trachten op dezelfde wijze gelden voor een carillon bijeen te kr1jgen. Helaas. tot op de dag van vandaag is dat nog niet gelukt.

H.J. Nijenhuis, Edes Nieuwsblad 25-06-1981


ID-nr: 19 - Bron: www.erfgoedede.nl
Aanvullingen / verbeteringen / opmerkingen?
Stuur een mailtje met vermelding van ID-nr: 19.