Menu
Stichting Erfgoed Ede
Verhalen
 
 


Het spook van Chasselay


Boven op de Paasberg, tegenover het punt waar de Bergstraat de Arnhemseweg bereikt, stond vroeger de villa “Chasselay”, een fraaie buitenplaats in 1886 gebouwd door de heer Schuurman. Bij de villa stond het onmisbare koetshuis voor stalling van paarden en rijtuigen en behoorde een behoorlijk stuk grond. Dit terrein werd begrensd door de Arnhemse straatweg, Sijseltselaan, de huidige Burgemeester Bootlaan en de van Heeckerenlaan. Een gedeelte van deze grond deed dienst als moest- en fruittuin, de rest van het park was met bijzondere boomsoorten afgewisseld door kreupelhout.

Na de heer Schuurman hebben achtereenvolgens mevrouw de L’Espenassa, baron Brackay en freule Van Lijnden de villa bewoond. Daarna waren hier een tijdlang onder de naam “Magdalenahuis” meisjes uit de Zettense inrichtingen gehuisvest, de villa deed nog dienst als rusthuis, tot er in 1938 een vakantiecentrum “Talamalona” van werd gemaakt. Men adverteerde: “volledig pension à f. 1,55 per dag”, bij een capaciteit van veertig bedden. Het pand was er uitermate geschikt voor, maar juist toen de zaak begon te draaien gooide de Tweede Wereldoorlog roet in het eten. Na afloop daarvan werd het geheel verkocht, villa en koetshuis gesloopt en de grond verkaveld. Om over nog meer bouwpercelen te kunnen beschikken werd dwars door het terrein een nieuwe weg, de burgemeester Creutszlaan aangelegd. Het is er thans in de talrijke fraaie huizen die er geleidelijk zijn gebouwd, bijzonder goed wonen.

Ten tijde dat freule Van Lijnden de villa bewoonde werkte daar als tuinman Willem Hendriksen. Als schooljongens zwierven wij er in het najaar – de afrastering was op vele plaatsen zeer gebrekkig – op zoek naar tamme kastanjes en andere begeerlijke zaken die de vruchtbomen opleverden. Had Hendriksen dat in de gaten, dan stoof hij op ons af, maar moest het tegen de rapheid van onze leeftijd afleggen. Hijgend schreeuwde hij ons dan na: “ ‘k Zal het spook op jullie afsturen, dan zul je niet meer lachen”.

Bij daglicht maakten deze woorden weinig indruk, maar dat veranderde op donkere avonden. Dan was het in deze omgeving niet pluis, je had een mooie kans het “Spook van Chasselay” tegen het lijf te lopen met alle gevolgen van dien.

Omtrent de eeuwwisseling moest een voerman een overledene uit een Arnhems ziekenhuis naar Ede brengen. De man had bij de pleisterplaatsen wat langer gerust dan strikt nodig was, waardoor het al donker was toen hij de Paasberg bereikte. Nu ging het bergafwaarts, dus om wat tijd terug te winnen liet hij het paard in draf overgaan. Zonder dat hij iets bemerkte gleed daardoor de kist van de wagen en bleef loodrecht op de Arnhemse straatweg staan. In het dorp gekomen mistte hij zijn vracht, keerde ijlings om en geholpen door nachtwacht Van der Meyden werd de kist opgehaald. Eén en ander had echter lang genoeg geduurd om late voorbijgangers danig te doen schrikken.

Vanaf die avond had Ede er weer een geheimzinnige zaak bij, “het Spook van Chasselay”.

Het is allemaal verleden tijd; spoken worden ook in deze omgeving niet meer gezien; slechts een bescheiden naambord “Chasselay”, aangebracht op het woonhuis Arnhemseweg 58, is alles wat aan de vroegere buitenplaats herinnert.

EDES NIEUWSBLAD 05/02/1981 H.J. Nijenhuis


ID-nr: 58 - Bron: www.erfgoedede.nl
Aanvullingen / verbeteringen / opmerkingen?
Stuur een mailtje met vermelding van ID-nr: 58.